Als je vastloopt in je relatie

Op het moment dat zij te dichtbij komt draait hij zijn hoofd iets weg. Het is in dat gebaar waarin zij het al ziet.  “Als hij zo kijkt dan weet ik al dat hij niet meer luistert”. Ze wordt van binnen woedend maar uit dat niet en trekt zichzelf  terug. Hij heeft het gevoel dat hij het elke keer verkeerd doet maar probeert dit niet te voelen door dan maar iets voor zichzelf te gaan doen. Zij ziet dat als bevestiging  dat hij er niet voor haar is en  trekt zich mopperend terug.

Het is tijdens het opruimen van de tafel dat ze zich aan iets kleins stoort en in boosheid losbarst. Hij voelt zich overweldigd en zegt ‘ bekijk het maar” en loopt boos weg. Zij voelt zich nu helemaal in de steek gelaten. Dit patroon wordt steeds sterker en uiteindelijk vragen ze zich beiden af of ze zo wel verder kunnen.-------

Gevangen in een patroon

In elke relatie herhalen we patronen van aantrekken, afstoten, liefhebben, afwijzen. En vaak gaat dat lange tijd goed.  Maar het kan zijn dat we in een patroon verstrikt raken. Triggers zoals het krijgen van kinderen, een verhuizing, stress op het werk, vreemdgaan, een overlijden kunnen dit patroon versterken. De relatie raakt dan gevangen in dit patroon en de voelt niet meer veilig.

Het patroon doorbreken

Het is dan mooi om te kijken wat nu maakt dat dit patroon ontstaat en er weer een veilige verbinding gecreëerd kan worden. Vaak reageren we ( onbewust) vanuit oude wonden uit ons verleden die in onze relatie weer naar voren komen. Want wat raakt er nu van binnen zo? Wat is nu de pijn waar het echt over gaat?

Als we helder krijgen wat er nu echt zo’n pijn doet en de oude pijn bewust wordt, dan kan er weer verbinding komen. Elk van de partners kan nu zijn/haar eigen pijn dragen en zijn/haar behoeften en verlangens onder woorden brengen. De ander kan hierin ondersteunend zijn zonder het allemaal te hoeven dragen of op te lossen. De relatie kan groeien en wordt een plek van heling.

---Als zij zo dichtbij komt en zich overal mee bemoeid, voelt hij zich benauwd worden. Ik vraag hem contact te maken met dit benauwde gevoel. Hij komt uit bij het kleine jongetje die er zo was voor zijn moeder. Met hem kon ze praten. Misschien gaf ze hem ergens wel het gevoel dat hij iets beter was dan zijn vader. Dat gaf hem een gevoel van trots. Maar onbewust lag er een grote claim. Waarin hij niet helemaal vrij kon zijn.---

---Zij komt uit een groot gezin. Haar ouders waren altijd druk en als oudste regelde ze al veel voor haar broertjes en zusjes. Dat gaf haar een sterk en zelfstandig gevoel. Maar ergens diep van binnen is er dat meisje dat roept: “ En ik dan? Wie is er voor mij?”. Ze heeft nooit geleerd te voelen wat haar verlangens zijn. En nooit geleerd om te vragen.---

De opening

----In het voelen van haar oude pijn, dat haar ouders er niet helemaal voor haar konden zijn, wordt ze zachter. Ze kan nu tegen hem zeggen dat ze ook ‘nodig” heeft, zonder hem hierin te claimen. In het onder ogen komen van zijn eigen wond, komt hij bij zijn behoeften en kan hij háár ogen zien i.p.v. de ogen van zijn moeder.

Dan is er weer verbinding, liefde kan weer stromen.-----