Meldcode
Meldcode bij signalen van huiselijk geweld en kindermishandeling
Het bevoegd gezag van Lev in je leven. Overwegende:
- dat Lev in je leven verantwoordelijk is voor een goede kwaliteit van de dienstverlening aan haar cliënten en dat deze verantwoordelijkheid zeker ook aan de orde is in geval van dienstverlening aan cliënten die (vermoedelijk) te maken hebben met huiselijk geweld of kindermishandeling;
- dat van de beroepskrachten die werkzaam zijn bij Lev in je leven op basis van deze verantwoordelijkheid wordt verwacht dat zij in alle contacten met cliënten attent zijn op signalen die kunnen duiden op huiselijk geweld of kindermishandeling en dat zij effectief reageren op deze signalen;
- dat Lev in je leven een meldcode wenst vast te stellen zodat de beroepskrachten die binnen Lev in je leven werkzaam zijn weten welke stappen van hen worden verwacht bij signalen van huiselijk geweld of kindermishandeling;.
- Lev in je leven in deze code ook vastlegt op welke wijze zij de beroepskrachten bij deze stappen ondersteunt;
- dat onder huiselijk geweld wordt verstaan: (dreigen met) geweld, op enigerlei locatie, door iemand uit de huiselijke kring, waarbij onder geweld wordt verstaan: de fysieke, seksuele of psychische aantasting van de persoonlijke integriteit van het slachtoffer, daaronder ook begrepen ouderenmishandeling en eer gerelateerd geweld. Tot de huiselijke kring van het slachtoffer behoren: (ex) partners, gezinsleden, familieleden en huisgenoten;
- dat onder kindermishandeling wordt verstaan: iedere vorm van een voor een minderjarige bedreigende of gewelddadige interactie van fysieke, psychische of seksuele aard, die de ouders of andere personen ten opzichte van wie de minderjarige in een relatie van afhankelijkheid of van onvrijheid staat, actief of passief opdringen, waardoor ernstige schade wordt berokkend, of dreigt te worden berokkend aan de minderjarige in de vorm van fysiek of psychisch letsel, daaronder ook begrepen eer gerelateerd geweld en vrouwelijke genitale verminking;
- dat onder beroepskracht in deze code wordt verstaan: de beroepskracht die voor Lev in je leven werkzaam is en die in dit verband aan cliënten van de organisatie zorg, begeleiding, onderwijs, of een andere wijze van ondersteuning biedt;
- dat onder cliënt in deze code wordt verstaan: iedere persoon aan wie de beroepskracht zijn professionele diensten verleent.
In aanmerking nemende: • de Wet bescherming persoonsgegevens; • de Wet op de jeugdzorg; alsmede de komende jeugdwet; • de Wet maatschappelijke ondersteuning;
Stelt de volgende Meldcode Huiselijk Geweld en Kindermishandeling vast:
Meldcode in relatie tot het beroepsgeheim en de meldrechten kindermishandeling en huiselijk geweld De twee wettelijke meldrechten voor huiselijk geweld en voor kindermishandeling bieden alle beroepskrachten met een beroepsgeheim of een andere zwijgplicht, het recht om een vermoeden van kindermishandeling of huiselijk geweld te melden, ook als zij daarvoor geen toestemming hebben van hun cliënt.
Zie voor de wetteksten artikel 53 lid 3 Wet op de jeugdzorg en artikel 21d lid 3 Wet maatschappelijke ondersteuning. Deze beide wettelijke meldrechten maken een inbreuk mogelijk op het beroepsgeheim van bijvoorbeeld artsen, psychiaters, verpleegkundigen, maatschappelijk werkers, psychologen, pedagogen, verloskundigen en werkers in de jeugdzorg of in de reclassering.
De stappen van de meldcode beschrijven hoe een beroepskracht met een geheimhoudingsplicht op een zorgvuldige wijze om gaat met deze meldrechten.
Noodsituaties Bij signalen die wijzen op acuut en zodanig ernstig geweld dat uw cliënt of zijn gezinslid daartegen onmiddellijk moet worden beschermd, kunt u meteen advies vragen aan het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling of aan het Steunpunt Huiselijk Geweld. Komt men daar, op basis van de signalen, tot het oordeel dat onmiddellijke actie is geboden, dan kunt u zo nodig in hetzelfde gesprek een melding doen, zodat op korte termijn de noodzakelijke acties in gang kunnen worden gezet. In noodsituaties kunt u overigens ook contact zoeken met de Raad voor de Kinderbescherming of met de crisisdienst van het Bureau Jeugdzorg en/of de politie vragen om hulp te bieden.
Stappenplan bij signalen van huiselijk geweld en kindermishandeling
Stap 1: In kaart brengen van signalen Breng de signalen die een vermoeden van huiselijk geweld of kindermishandeling bevestigen of ontkrachten in kaart en leg deze vast. Leg ook de contacten over de signalen vast, evenals de stappen die worden gezet en de besluiten die worden genomen.
Beschrijf uw signalen zo feitelijk mogelijk. Worden ook hypothesen en veronderstellingen vastgelegd, vermeld dan uitdrukkelijk dat het gaat om een hypothese of veronderstelling. Maak een vervolgaantekening als een hypothese of veronderstelling later wordt bevestigd of ontkracht. Vermeld de bron als er informatie van derden wordt vastgelegd. Leg diagnoses alleen vast als ze zijn gesteld door een bevoegde beroepskracht.
Kindcheck Vraag uw cliënt of er minderjarige kinderen aan zijn zorg zijn toevertrouwd, in alle gevallen waarin zijn medische conditie of andere omstandigheden een risico vormen op een bedreiging in de ontwikkeling of de veiligheid van deze kinderen. Indien er kinderen zijn die van de cliënt afhankelijk zijn, leg dan in uw dossier vast:
Het aantal en de leeftijd van de kinderen; of de cliënt de zorg voor de kinderen deelt met een (ex-) partner of met een andere volwassene.
Oudersignalen Hebt u zelf geen contact met de kinderen van uw cliënt, legt dan uw eventuele ‘oudersignalen’ vast als de lichamelijke of geestelijke conditie of andere omstandigheden, een bedreiging kunnen vormen voor de veiligheid of de ontwikkeling van de kinderen die van de cliënt afhankelijk zijn. De stappen van de meldcode zijn ook van toepassing op deze ‘oudersignalen’.
Stap 2: Collegiale consultatie en zo nodig raadplegen van het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling of het Steunpunt Huiselijk Geweld Bespreek de signalen met een deskundige collega (anoniem in intervisiegroep). Vraag zo nodig ook advies aan het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling of aan het Steunpunt Huiselijk Geweld.
Advies bij specifieke vormen van geweld over mogelijke risico’ s van vervolgstappen Is er binnen uw instelling onvoldoende kennis aanwezig over de aanpak van specifieke vormen van geweld, zoals eergerelateerd geweld, huwelijksdwang, seksueel misbruik en vrouwelijke genitale verminking, vraag dan altijd advies aan het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling of het Steunpunt Huiselijk Geweld over uw vervolgstappen. Dit advies is ook van belang om mogelijke veiligheidsrisico’s van eventuele vervolgstappen zorgvuldig af te kunnen wegen. Leg de uitkomsten van de collegiale consultatie en/of het gegeven advies vast in het cliëntdossier.
Stap 3: Gesprek met de cliënt Bespreek de signalen met de cliënt. Zorg dat u altijd ondersteuning krijgt bij het voorbereiden of het voeren van het gesprek met de cliënt. Raadpleeg het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling of het Steunpunt Huiselijk Geweld.
1. leg de cliënt het doel uit van het gesprek; 2. beschrijf de feiten die u hebt vastgesteld en de waarnemingen die u hebt gedaan; 3. nodig de cliënt uit om een reactie hierop te geven; 4. kom pas na deze reactie zo nodig en zo mogelijk met een interpretatie van hetgeen u hebt gezien, gehoord en waargenomen.
In geval van vrouwelijke genitale verminking kunt u daarbij de Verklaring tegen Meisjesbesnijdenis gebruiken.
Het doen van een melding zonder dat de signalen zijn besproken met de cliënt, is alleen mogelijk als: • de veiligheid van de cliënt, die van u zelf, of die van een ander in het geding is; • als u goede redenen hebt om te veronderstellen dat de cliënt door dit gesprek
het contact met u zal verbreken.
Stap 4: Weeg de aard en de ernst van het huiselijk geweld of de kindermishandeling Weeg op basis van de signalen, van het ingewonnen advies en van het gesprek met de cliënt het risico op huiselijk geweld of kindermishandeling. Weeg eveneens de aard en de ernst van het huiselijk geweld of de kindermishandeling. Maak bij het inschatten van het risico op huiselijk geweld of op kindermishandeling altijd gebruik van collegiale intervisie. Raadpleeg in geval van twijfel altijd (opnieuw) het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling of het Steunpunt Huiselijk Geweld. Zij bieden ondersteuning bij het wegen van het geweld en van de risico’s op schade en zij kunnen adviseren over vervolgstappen.
Stap 5: Beslissen: zelf hulp organiseren of melden. Hulp organiseren en effecten volgen Meent u samen met uw collega’s of het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling of het Steunpunt Huiselijk Geweld, op basis van de afweging in stap 4, dat de cliënt en zijn gezin redelijkerwijs voldoende tegen het risico op huiselijk geweld of op kindermishandeling te beschermen is: • organiseer de noodzakelijke hulp; • volg de effecten van deze hulp; • doe alsnog een melding als er signalen zijn dat het huiselijk geweld of de kindermishandeling niet stopt of opnieuw begint.
‘Bij signalen die wijzen op acuut en zodanig ernstig geweld kunt u meteen advies vragen aan het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling of aan het Steunpunt Huiselijk Geweld’
Kunt u uw cliënt niet voldoende tegen het risico op huiselijk geweld of op kindermishandeling beschermen of twijfelt u er aan of u voldoende bescherming hiertegen kunt bieden:
- meld uw vermoeden bij het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling of bij het Steunpunt Huiselijk Geweld;
- sluit bij uw melding zoveel mogelijk aan bij feiten en gebeurtenissen en geef duidelijk aan indien de informatie die u meldt (ook) van anderen afkomstig is;
- overleg bij uw melding met het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling of het Steunpunt Huiselijk Geweld, wat u na de melding, zelf nog kan doen om de cliënt en zijn gezinsleden tegen het risico op huiselijk geweld of op mishandeling te beschermen.
- Bespreek uw melding vooraf met de cliënt 1. leg uit waarom u van plan bent een melding te gaan doen en wat het doel daarvan is; 2. vraag de cliënt uitdrukkelijk om een reactie; 3. in geval van bezwaren van de cliënt, overleg op welke wijze u tegemoet kunt komen aan deze bezwaren; 4. is dat niet mogelijk, weeg de bezwaren dan af tegen de noodzaak om de cliënt of zijn gezinslid te beschermen tegen het geweld of de kindermishandeling. Betrek in uw afweging de aard en de ernst van het geweld en de noodzaak om de cliënt of zijn gezinslid door het doen van een melding daartegen te beschermen. Overleg altijd met collega’s uit de intervisiegroep; 5. doe een melding indien naar het oordeel van u en uw collega’s de bescherming van de cliënt of zijn gezinslid de doorslag moet geven.
Van contacten met uw cliënt kunt u afzien:
• als de veiligheid van de cliënt, die van u zelf, of die van een ander in het geding is;
• als u goede redenen hebt om te veronderstellen dat de cliënt daardoor het contact met u zal verbreken.
Verantwoordelijkheden van Lev in je leven
Gelet op de Wet verplichte meldcode draagt het bevoegd gezag van Lev in je leven er zorg voor dat:
• er binnen de organisatie een meldcode beschikbaar is die voldoet aan de eisen van de wet;
• de meldcode wordt opgenomen in het inwerkprogramma van nieuwe medewerkers.
Protocollen, meldcodes en overige stukken die bij het opstellen van dit basismodel zijn gebruikt · Brief van de Staatssecretaris van VWS, de Minister voor Jeugd en Gezin en de Minister van Justitie aan de Tweede Kamer m.b.t. een verplichte meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling kenmerk Tweede Kamer, vergaderjaar 2008 - 2009, 28 345,nr. 72, november 2008. · Inhoudelijk overzicht meldcodes kindermishandeling NJi, Utrecht 2008. · Amsterdams Protocol Kindermishandeling. · Conceptrichtlijn JGZ secundaire preventie kindermishandeling, 2007. · Gespreksprotocol Meisjesbesnijdenis AJN, 2005. · Handelingsprotocol Meisjesbesnijdenis Pharos 2007. · KNMG Meldcode en Stappenplan, september 2008. · KNOV Meldcode kindermishandeling, februari 2007. · Meldcode kindermishandeling, NIZW 2002. · Protocol melden kindermishandeling ambulancediensten Haaglanden, april 2009. · Protocol melden kindermishandeling SEH Medisch Centrum Haaglanden, maart 2009. · Rotterdamse Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling. · Voorbeeld Protocol primair onderwijs en voorbeeld Protocol voortgezet onderwijs, ontwikkeld door dienst OCenW Gemeente Den Haag, GGD Zuid-Holland West en JSO expertisecentrum. · Zicht op de Rotterdamse meldcode, evaluatie meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling, K. Lünnemann, Verwey Jonker instituut maart 2009. Augustus, 2013.
Individuele therapie & coaching
Als je het wel anders wilt maar het niet lukt. Hulp bij:
- Stress en burnout
- Angst ( EMDR)
- Rouw en verlies
- Depressie
- Chronische ziekte en pijn
- Keuzeproblemen
- Zingevingsvragen
Relatietherapie
Ik begeleid jullie in het liefdevol communiceren, zodat jullie elkaar beter begrijpen en weer echt contact maken.
Familieopstellingen
Of je nu vastloopt in jezelf, je gezin, je familie, je werk: Een opstelling helpt om inzichten te krijgen in wat er werkelijk speelt...
- Meer over familieopstellingen
- Opstellingen bij opvoed- en gezinsproblemen
- Werkwijze familieopstellingen